top of page

Het Mozart Effect en de Muzikale Paradox


‘If I were not a physicist, I would probably be a musician. I often think in music. I live my daydreams in music. I see my life in terms of music.’ – Albert Einstein

Ken je iemand die kan horen maar helemaal niet van muziek houdt? Kleine kans. Het is alsof je niet houdt van eten. Er is altijd wel iets wat je lekker vindt. Muziek wordt nagenoeg universeel gewaardeerd. Maar die waardering kent zijn grenzen.

Het is geen geheim dat ik graag muziek maak, en me interesseer in de manier waarop mensen in bredere zin met muziek omgaan. Wat mij opvalt is dat men erg van muziek houdt, of men nou wel of niet muziek maakt. Muziek is niet alleen belangrijk tijdens een concert waar bewust bij de muziek stil wordt gestaan. Muziek is ook onderdeel van het dagelijkse leven. Er worden avondjes uit mee gevuld, fietstochtjes naar de uni mee overleefd, en emoties mee gereguleerd in goede of slechte tijden. Er wordt kracht uit geput tijdens de laatste kilometer hardlopen, en er wordt weg gezapt tijdens die reclame met dat schijtirritante muziekje. Muziek is overal. Talloze studies tonen aan hoe muziek, zowel actief als passief, een positieve invloed kan hebben op allerlei sociaal-emotionele en intellectuele aspecten. Tegelijkertijd bestaan er ook veel negatieve oordelen over muziek.

Dezelfde ouders die Mozart op repeat hebben staan om hun baby slimmer te maken (the Mozart effect, zoek maar op), en hun kind op vioolles doen nog voordat het kan praten, zeggen later wanneer hun kind auditie wil doen voor het conservatorium dat ‘ie beter een echte opleiding kan gaan doen, geneeskunde ofzo.

Van veel mensen met verschillende achtergronden hoorde ik hetzelfde verhaal toen ik in Sydney studeerde. Van jongs af aan gedrild op klassieke muziek, maar een vervolgopleiding in de muziek weigerden hun ouders financieel te ondersteunen. Waar het aanvankelijk als essentieel deel van de opvoeding wordt geacht voor een heleboel intellectuele en sociaal-emotionele domeinen, wordt het zelden als serieuze carrièremogelijkheid beschouwd. Muziek is een middel, geen doel. Muziek zou namelijk een lastig pakket zijn. Weinig baanzekerheid en stabiliteit, veel concurrentie, torenhoge ingangseisen en weinig toekomstperspectief. Ik zal niet zeggen dat muziek de makkelijkste weg is. Dat bij geneeskunde twee derde van de studenten die zich aanmeldt niet door de selectie komt lijkt over het hoofd te worden gezien. Maar muziek is niet van levensbelang, geneeskunde wel. Ik durf het eerste te betwijfelen.

‘Creativiteit is intelligentie die plezier maakt’ – Albert Einstein

Ik ben nooit gedrild gelukkig. Wel ben ik begonnen met klassiek en bleef mijn muzikale interesse groeien. Op mijn middelbare school was ik één van de acht die muziek koos als eindexamenvak. En nee, het was geen kleine school. Er waren écht maar acht mensen die bewust kozen om muziek te volgen. Waarom was dat zo?

Al kan ik vooral over mijn ervaring spreken en doen veel scholen het anders, denk ik aan een aantal dingen. Ik denk aan de manier waarop muziek in het onderwijs word ingericht, waarbij het lijkt alsof het vooral zo goed mogelijk moet passen bij alle andere vakken die je uit een boek kan leren. Beter kan je kijken naar hoe je muziek, wat zowel een vak als een kunst is, beter aan leerlingen kan overbrengen. Niet dat ik het beter weet. Wat ik wel weet is dat de mooiste lessen over muziek niet uit solfège komen. Daarnaast was er een sterke tendens onder zowel docenten als leerlingen dat muziek vooral een pretvak was, en net als beeldende kunst geen meerwaarde had voor een succesvolle toekomst. Er werd gefluisterd dat het vak misschien wel zou moeten stoppen als er zo weinig animo was. Over de oorzaak werd naar mijn weten niet te diep nagedacht. Invisible policy, zou je kunnen zeggen. Nergens in het schoolbeleid zal zwart op wit geschreven staan dat muziek een onbelangrijk pretvak is, maar toch voelt het alsof de muren het ademen, en in je nek hijgen dat je bèta moet gaan doen omdat je dan nog ‘alle kanten op kan’. Alsof ik alle kanten op wil.

De invisible policy liet zich soms aan het daglicht zien. Als mijn ouders terugkwamen van een algemene ouderavond bijvoorbeeld, en ze vertelden dat de decaan zo trots had voorgelezen hoeveel leerlingen voor het profiel Natuur en Techniek hadden gekozen. Mijn ouders vroegen zich af of ze ook zo trots waren op de acht studenten die ondanks alle sociaal-maatschappelijke druk muziek hadden gekozen.

‘Wat ga je dan later doen?’ Vroegen mensen aan me, als één van de twee leerlingen van mijn hele leerjaar die voor het profiel Cultuur en Maatschappij kozen. De meesten kozen dan tenminste nog Economie en Maatschappij, daar kon je nog wat mee. Pas later vroegen veel vrienden en vriendinnen die wel graag muziek maakten bij me af waarom ze eigenlijk geen muziek hadden gekozen op school. Tjsa. Heb je even, denk ik dan.

Economics is all about how people make choices. Sociology all about how they don’t have any choices to make – Duesenberry, 2860:233

Wat een verademing was het om in Sydney aan het conservatorium te studeren, waarbij de student centraal stond, de muziek als gedegen opleiding gewaardeerd werd, en naar alle kanten van de muziek werd gekeken inclusief de structurele, geïnstitutionaliseerde en gesocialiseerde vooroordelen.

Wat schaam ik me dat ik me verbaasde over de afkomst van de eerste twee quotes. Blijkbaar had ik niet had verwacht zo’n prachtige, holistische en vooral muziek betreffende uitspraak van een wereldberoemde natuurwetenschapper te horen. Dat is dan weer mijn invisible policy, of bias, beter gezegd. En pas als we het ontdekken kunnen we er wat mee doen. Klinkt me als muziek in de oren.




2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page